Wat weten we van onze nieuwe cliënt?
Onze eerste informatie komt van een familielid, een hulpverlener, of een zorginkoper.
Deze informatie is per definitie gekleurd door emotionele familiebanden, het missen van kennis over hoarding, of door de gunfactor van een zorginkoper.
We zullen moeten proberen relevante informatie van de aangever te krijgen.
Globaal willen we weten:
- Is er een gezondheidsbedreigende situatie?
- Is er een dreiging tot gedwongen ingrijpen?
- Is er een dreiging in de vorm van een aangekondigde inspectie?
- Is er tijdsdruk om welke reden dan ook?
- Is er lijdensdruk?
In detail willen we weten:
- Is er brandgevaar?
- Is er sprake van ongedierte?
- Zijn er grote gebreken zoals kapotte kranen, verwarming, toilet- of badgelegenheid?
- Is er een normale slaapplaats?
- Is er een normaal begaanbaar pad naar zitplaatsen?
- Zijn eventuele trappen vrij begaanbaar?
En de belangrijkste:
- Is er sprake van externe opslagruimten?
Naar schatting leidt 4% van de Nederlandse bevolking aan hoarding (problematische verzameldrift).
Hulpverleners bieden vooralsnog met enige terughoudendheid behandeling aan.
De complexiteit van de stoornis gecombineerd met de lage lijdensdruk van de verzamelaar zelf vraagt creativiteit en vasthoudendheid van de hulpverlener.
Het grootste obstakel is: BEGINNEN.