HELP, ik wil mijn huis uit!
19 april 2020
Ik vind er wat van.
Dinsdag 10 maart werd ik heel vroeg in de ochtend gebeld dat ons team beter thuis kon blijven; onze cliënt zou mogelijk besmet zijn met het Corona virus.
We hadden er de avond ervoor nog grapjes over gemaakt. Dit was een zeer zware casus die de gemoederen nogal bezig hield, dus we fantaseerden over welk wonder er kon gebeuren zodat we de andere dag niet zouden 'hoeven'.
Allerlei nieuwsfeiten werden als een tsunami over ons uitgestort en maatregelen richting een lockdown werden afgekondigd.
Ik stond al weken in een soort overlevingsstand vanwege een verwaarloosde griep, die over was gegaan in een longontsteking. Ik greep meteen de kans een stootkuur bij de huisarts te vragen en
samen met de gedwongen rust moest ik hier dan eindelijk eens vanaf komen.
In de weken die volgden stond hele dagen de televisie aan. En zo ook Facebook en Twitter. Feitelijk stond ik de hele dag aan!!
En ik werd er niet vrolijker op. Er kwam zoveel 'nieuws' op je af dat het je aanvloog, de adem benam, een opkomende depressie voedde: Algehele paniek. Een pandemie!
Ik las, bekeek en beluisterde ALLES: Ab Osterhaus, Op1, Jinek, Robert Jensen, Diederik Gommers, RTL Boulevard, Jaap Goudsmit, Door Frankema, Jort Kelder, maar kloppen ging het niet in mijn hoofd.
In de tweede week van april voelde ik mij eindelijk beter. Het gesnotter en genies, de zere longen en het hoesten vooral, was eindelijk voorbij.
Gelukkig maar, want manlief had twee weken vakantie en we vonden afleiding in een heuse make-over van de tuin.
En zoals altijd wanneer hij vakantie heeft gepland, werd het fantastisch weer!
Het laatste weekend gebruikte ik om 1500 tulpen in boeketten te verpakken en uit te rijden naar mijn cliënten.
Een zogenaamd ‘volhouden’ boeket, refererend aan de ‘blijf thuis’ oproep van minister Rutte.
Prachtige ritten omdat er weinig verkeer was. De bermen stonden vol knalgeel bloeiend koolzaad. Tussendoor had ik alle tijd eens lekker te mijmeren over de ontstane situatie.
Hoe gaat ons ‘nieuwe normaal’ er in hemelsnaam uitzien?
Ik vind een ontsmet winkelwagentje niet normaal.
Ik vind nadenken over een 1,5 meter samenleving een onmogelijke opgave.
Ik vind niet werken en een Tozo ontvangen beschamend.
Ik vind mondkapjes een ernstig noodzakelijk kwaad.
Ik vind boetes aan ‘ongehoorzamen’ heeeel erg eng.
Ik vind vaccins sowieso een no go.
Ik vind updates van dagelijkse mortaliteit cijfers een belachelijke ontwikkeling.
Ik vind het een pijnlijke constatering dat mijn analytisch vermogen mij niet helpt.
Ik vind.... een interview met Maurice de Hond.
Ik herken de zichtbare gecontroleerdheid, waarmee hij de euforie over zijn bevindingen probeert te verbergen.
Hij gooit al zijn overredingskracht in de strijd, maar weet ook dat hij goed zit.
In een gesprek heb je altijd een zender en een ontvanger. Als de ontvanger niet helemaal open staat, gaat het mis met de communicatie. Dan ontstaat er ruis.
Ik gun Maurice een ruisloze inmenging bij het Outbreak Management Team (waarom is dit eigenlijk een Engels woord?)
Deze man gaat mij hopelijk uit mijn huis halen.
Ik heb geen behoefte aan een nieuw normaal.
Doe ff normaal joh?
Doe zelf ff normaal.
Naar schatting leidt 4% van de Nederlandse bevolking aan hoarding (problematische verzameldrift).
Hulpverleners bieden vooralsnog met enige terughoudendheid behandeling aan.
De complexiteit van de stoornis gecombineerd met de lage lijdensdruk van de verzamelaar zelf vraagt creativiteit en vasthoudendheid van de hulpverlener.
Het grootste obstakel is: BEGINNEN.