Veel opruimcoaches werken graag met vooraf gedefinieerde sorteerregels.
Dat kan in sommige gevallen helpend zijn, maar kan ook verwarrend blijken of gewoon heel onhandig.
Zelf hou ik er niet zo van, want naarmate je iemand beter leert kennen, leer je ook de beste aanpak. Die kun je simpelweg niet op voorhand weten.
Ik ben juist een voorstander van versimpeling van processen.
Veel hoarders zijn bijvoorbeeld doorgeslagen in het scheiden van afval.
Er is voor elke materiaalsoort wel een bakje of zakje of verzamelplek voor een volgende bestemming.
Je kunt wel met militaire precisie nietjes verzamelen voor in de metaalbak, maar vaak zijn deze acties totaal uit balans in vergelijk met de woonsituatie.
Het nietje krijgt meer aandacht, zorg, waardering en respect dan de hoarder aan zichzelf geeft. Wanneer ik dit gedrag signaleer leg ik 1 keer uit waarom ik vind dat dit niet deze aandacht
verdient. Ik zorg dat ik heel stellig overbreng dat ik niets ga verbieden, maar dat IK hier geen energie aan verspandeer.
In een opruimfase zoals deze wordt er geen afval gescheiden; alles wat weg kan gaat bij het restafval en daadwerkelijk weg!
Als ik uit de casus ben mag er weer naar hartenlust gescheiden gaan worden!
Er zijn gradaties in de kunde van ontspullen.
Vaak zijn mensen goed in staat beslissingen te nemen over het wegdoen van spullen, maar toch doen ze het niet.
De volle vuilniszakken blijven letterlijk staan waar ze staan en komen de drempel van de voordeur niet over. Zelfs niet als er een vuilcontainer in de straat staat.
In deze gevallen is het helpend samen daadwerkelijk te gaan weggooien.
Let er hierbij op dat de hoarder zelf deze actie uitvoert. Je zult merken dat dit niet verloopt zoals je verwacht. Vaak ontstaat er een soort agressie, of wordt in ieder geval met meer dan
normale kracht afstand gedaan van dat wat weggegooid wordt.
Als je samen naar de milieustraat gaat is dit nog sterker.
Hoarders komen hier zelden en wordt ervaren als een enorme overwinning.
--> Aandachtspunt is dan ook of er überhaupt een toegangspas is. Meestal is die kwijt.
Cliënten kunnen hun wensen aangeven ten aanzien van een tweede bestemming. We spreken met elkaar door waar dingen naar toe moeten.
Dit verschilt per situatie, maar vooraf moet duidelijk getoetst zijn of het reëel is, uitvoerbaar qua tijd/indicatie/vervoer.
In het verleden hebben we dagen rondgereden met meuk van een ander, simpelweg omdat we het nergens konden laten. Dat is zeer onwenselijk!
Naar schatting leidt 4% van de Nederlandse bevolking aan hoarding (problematische verzameldrift).
Hulpverleners bieden vooralsnog met enige terughoudendheid behandeling aan.
De complexiteit van de stoornis gecombineerd met de lage lijdensdruk van de verzamelaar zelf vraagt creativiteit en vasthoudendheid van de hulpverlener.
Het grootste obstakel is: BEGINNEN.